Opname en operatie schouderprothese
De datum en het tijdstip van uw opname krijgt u per brief van ons. U meldt zich op de dag van opname bij de balie van verpleegafdeling C4. Tevoren volgt u de aanwijzingen zoals u die heeft gekregen van het opnamebureau
Belangrijk om te weten voor u naar de operatiekamer gaat
-
- Eten:Op de dag voor de operatie ma u nog gewoon eten en drinken tot 24 uur 's avonds. Darnaa mag u niet meer eten.
- Drinken mag u tot 2 uur voor de operatie, maar alleen nog heldere vloeistoffen en koffie of thee zonder melk of suiker.
- Thuismedicatie neemt u in overleg met de verpleging
- U kunt ’s ochtends voor de operatie douchen.
- U mag geen juwelen, piercings, nagellak of make-up dragen.
- U mag uw kunstgebit niet in houden.
- U mag geen bril of lenzen dragen.
- In overleg met de anesthesioloog mag u uw hoorapparaat inhouden.
- Er wordt een controlelijst ingevuld door de medewerkers die bij uw operatie betrokken zijn.
- Op de arm die geopereerd gaat worden, moet u een goed zichtbare pijl zetten met een speciale stift. De verpleegkundige controleert of de pijl goed zichtbaar geplaatst is.
De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. Hier ontmoet u het operatieteam en wordt voor de laatste keer gecheckt of alles voor de operatie klopt.
De operatie
De anesthesioloog verdooft uw hele arm vóór de operatie. Dit heet een plexusblok. De anesthesioloog zoekt de zenuw naar uw arm op tussen uw nek en schouder met hulp van een ECHO-apparaat. Hij/zij prikt op die plaats en laat verdovingsmiddel achter bij de zenuw. Dit zorgt ervoor dat u uw arm 14 tot 16 uur lang helemaal niet voelt. Daarna wordt u ook nog in slaap gebracht. Kijk op de website van de afdeling anesthesiologie voor meer informatie.
De operatie zelf duurt ongeveer 1.5 uur. Informatie over hoe de operatie in zijn werk gaat, vindt u op Algemene informatie over schouderprotheses op onze website.
Na uw operatie
Na de operatie blijft u enige tijd op de Recovery (uitslaapkamer). Hier wordt u wakker uit de narcose.U heeft na de operatie een infuus in uw arm om vocht en medicijnen toe te dienen, onder andere 24 uur antibiotica om een infectie te voorkomen.
Als uw bloeddruk en hartslag goed zijn, mag u terug naar verpleegafdeling Orthopedie. Daar worden uw bloeddruk, polsslag en temperatuur regelmatig opnieuw gemeten en wordt de wond gecontroleerd. U mag ook weer wat drinken na overleg met de verpleging.
De operateur probeert direct ná afloop van de operatie de eerste contactpersoon telefonisch te informeren over het verloop van de operatie. Aan het einde van de dag komt de operateur of zijn/haar assistent bij u langs om te vertellen hoe de operatie is gegaan.
Pijn
Tijdens de operatie hebt u een zenuwblokkade gekregen die ervoor zorgt, dat u helemaal geen pijn voelt op de dag van de operatie. Als het gevoel in uw arm en schouder begint terug te keren, raden we u aan om pijnmedicatie van de verpleging te vragen.

Om pijn zo goed mogelijk onder controle te houden, vragen wij u na uw operatie regelmatig een cijfer voor uw pijn te geven tussen nul en tien. Nul betekent ‘geen pijn’ en 10 is de ‘maximaal voorstelbare pijn’.
Als u pijn heeft, zijn er verschillende manieren om de pijn te verminderen. De meeste patiënten hebben voldoende aan pijnstillende tabletten op vaste tijden en extra tabletten als het nodig is (bij een hoge pijnscore). Als de pijnstillende tabletten niet werken, krijgt u pijnstillers via het infuus. Hiervoor kan ook een pompje met pijnstillers gebruikt worden dat u met een drukknop bedient.
Ongemakken
U kunt de eerste dagen na de operatie last hebben van:
- Duizeligheid
- misselijkheid
- minder eetlust
- moeilijke stoelgang
Dit komt meestal door de narcose en/of de pijnbestrijding. Samen met u proberen we deze symptomen zo goed mogelijk te verhelpen.
Uw herstel in het ziekenhuis: starten met bewegen
Op de dag van de operatie kunt u geen oefeningen doen omdat uw arm gevoelloos is vanwege de zenuwblokkade die u voor de operatie hebt gekregen. Na de operatie draagt u een mitella om de schouder te beschermen
De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. Hij/zij leert u welke oefeningen u kunt doen. U leert in de volgende dagen steeds nieuwe oefeningen. Tussendoor oefent u vooral de oefeningen die u al geleerd heeft. Probeer te blijven oefenen. Veel oefenen zorgt ervoor dat u sneller herstelt. Houdt u aan de leefregels die u krijgt.
Soms kan de schouder overbelast raken. Dit is niet erg. Overbelasting herkent u aan het warm en dik worden van de schouder. Dan moet u tijdelijk wat minder oefenen. Eventueel kunt u de schouder koelen met een 'coolpack' of ijsblokjes. Leg een 'coolpack' of ijsblokjes nooit direct op de huid, maar wikkel altijd een handdoek eromheen Koel zo maximaal 20 minuten aaneengesloten.
Naast het doen van de oefeningen, is het belangrijk dat u zo snel mogelijk uit bed komt. Zodra dat voor u mogelijk is, gaat u in gewone kleding naar de huiskamer van onze afdeling.
Hier vindt u een lijst waarop u kunt invullen wat al lukt. Bijvoorbeeld zelf naar het toilet gaan of de pijn onder controle houden. Op deze pagina's leest u wanneer u naar huis kunt en hoe het herstel verder gaat.