Hoe wordt een prothese-infectie behandeld?
De behandeling van een prothese-infectie bestaat meestal uit een combinatie van een of meer operaties en het toedienen van antibiotica. Dit gebeurt volgens vaste protocollen die ook internationaal veel gebruikt worden. De protocollen kunnen verschillen van patiënt tot patiënt, afhankelijk van het soort infectie en uw conditie. Behandeling met antibiotica alleen is niet genoeg omdat bacteriën op de oppervlakte van de prothese een biofilm vormen die slecht toegankelijk is voor antibiotica. Deze bacterielaag kan alleen operatief verwijderd worden.
Behandelmogelijkheden
- Schoonmaken van de prothese ( “DAIR-procedure’ )
- Verwijderen van de zieke prothese en (later) terugplaatsen van een nieuwe prothese (revisie in 1 of 2 stappen)
- Verwijderen en/of vastzetten van het gewricht
- Amputatie
- Levenslange antibiotica
Het schema hieronder toont de behandelmogelijkheden bij prothese-infecties. De behandelingen worden in de tekst uitgelegd.

1. Schoonmaken van het gewricht en toediening van antibiotica (DAIR = Debridement, Antibiotics en Implant Retention)
Bij de DAIR-procedure wordt het gewricht en de prothese tijdens een operatie schoongemaakt en krijgt u enkele maanden antibiotica. Het doel is dat u uw prothese kunt behouden.
Bij wie kan een DAIR- procedure worden uitgevoerd?
- Bij patiënten met vroege infecties (ontstaan binnen 6 tot 8 weken na plaatsing van de prothese)
- Bij patiënten met late, via de bloedbaan verspreide infecties, die minder dan drie weken klachten hebben
Wanneer kan een DAIR procedure NIET worden uitgevoerd?
- Als uw prothese loszit
- Als er een gangetje (fistel) bestaat tussen de huid en de prothese waaruit vocht komt.
- Als de bij u gevonden bacteriën niet gevoelig zijn voor de meest gebruikte antibiotica.
- Als een operatie niet mogelijk is omdat u ernstige andere ziektes of een erg slechte gezondheid heeft
Doel van de behandeling:
Het doel van de DAIR-procedure is dat u de prothese kunt houden en blijven gebruiken. We doen dit door de prothese operatief schoon te maken (Debridement) en daarbij langere tijd antibiotica te gebruiken.
Waarom een operatie?

Operatief schoonmaken is nodig omdat bacteriën op de oppervlakte van een prothese een slijmlaagje vormen.

De bacteriën gaan aan elkaar en aan het materiaal kleven in een soort gel. Dit laagje wordt de biofilm genoemd. Het zorgt ervoor dat antibiotica minder effectief zijn en dat de bacteriën niet goed bereikt kunnen worden door uw eigen afweersysteem. Het operatief schoonmaken van het gewricht vermindert het aantal bacteriën en voorkomt dat bacteriën een biofilm vormen. Als de infectie al lang bestaat en de bacterieen een biofilm gevormd hebben, kan uw prothese niet behouden blijven. We moeten dan de prothese vervangen of verwijderen (zie informatie verderop op deze pagina's)
Hoe verloopt de behandeling?
- Operatie en schoonmaken
Bij de operatie maken we het oude litteken open. We maken het gewricht grondig schoon en vervangen alle verwisselbare onderdelen. Ook nemen we kweken van de weefsels en de prothese om te kunnen onderzoeken welke bacterie de infectie heeft veroorzaakt. De ziekenhuisopname van dit behandeltraject duurt gemiddeld tien tot veertien dagen. Dit hangt af van de wondgenezing en hoe de antibioticabehandeling aanslaan.
- Antibiotica
Tijdens de operatie wordt er een katheter (PICC-lijn) in een bloedvat in uw arm geplaatst om langere tijd antibioticum te kunnen geven. Een PICC-lijn blijft beter zitten dan een infuus en geeft minder irritatie van het bloedvat. Soms kunt u met deze PICC-lijn ook naar huis.
U krijgt ongeveer 2 weken antibiotica via het infuus en daarna nog 10 weken via tabletten. In totaal duurt de antibioticabehandeling dus 3 maanden.
U krijgt eerst een antibioticum dat werkzaam is tegen de meest voorkomende bacteriën. Nadat uit de kweek de bacterie die uw infectie veroorzaakt exact bekend is, krijgt u een antibioticum dat specifiek werkzaam is tegen deze bacterie.
- De chirurg kan beslissen om de prothese later nog een keer schoon te maken als u niet goed geneest.
Wat kunt u verwachten na een DAIR procedure?
U hebt ongeveer 85 a 90% kans dat de infectie door de DAIR procedure volledig verdwijnt en u uw prothese kunt behouden en gebruiken. Als de infectie niet verdwijnt, moet de prothese alsnog vervangen of verwijderd worden (voor meer informatie kijkt u hieronder)
Welke bijwerkingen kunt u verwachten bij antibiotica?
Antibiotica zijn over het algemeen veilige medicijnen. Bij sommige mensen zorgen ze echter voor problemen of bijwerkingen. De belangrijkste zijn:
- Allergie voor antibiotica, zoals huiduitslag en benauwdheid die tot ernstiger situaties kunnen leiden.
- Diarree. Dit kan meestal geen kwaad. U kunt diarree krijgen omdat de antibiotica ook nuttige bacteriën in de darmen kunnen doden.
- Misselijkheid, verminderde eetlust
- Jeuk
- Verkleuring van uw tanden
- Schimmelinfecties
- Zonlichtovergevoeligheid
Het is erg belangrijk dat u, wanneer u klachten krijgt, dit meldt aan de verpleegkundige of arts.
2. Vervangen van de geïnfecteerde prothese (revisie) in 1 of 2 operaties.
Het verwijderen en vervangen van uw zieke prothese kan gedaan worden met een of twee operaties. De behandeling met twee operaties (2-stage revisie) is de meest zekere manier om een ernstige prothese-infectie te behandelen. Hieronder leggen we het u uit. Ook in de folder onderaan deze pagina vindt u extra informatie.
Behandeling met twee operaties (2-stage-revisie)
Bij wie kan een 2-stage procedure worden uitgevoerd?
- Bij patiënten met chronische infecties
- Bij patiënten bij wie de DAIR-procedure (schoonmaken en antibiotica) niet gewerkt heeft
- Als de bacteriën van uw infectie niet gevoelig zijn voor de meest gebruikte antibiotica
Bij wie kan een 2-stage procedure NIET worden uitgevoerd?
- Als u ernstige andere ziektes heeft die maken dat een operatie niet mogelijk is.
- Als u meerdere keren terugkerende infecties heeft, waarbij uw huid en spieren zodanig beschadigd zijn dat plaatsen van een nieuwe prothese niet meer mogelijk is.
Hoe gaat de behandeling in zijn werk?

Bij de 2-stage revisie zijn twee operaties nodig om de infectie te behandelen en u een nieuwe prothese te geven. De eerste ziekenhuisopname van dit behandeltraject duurt gemiddeld tien tot veertien dagen. Dit hangt af van de wondgenezing en hoe de antibioticabehandeling aanslaat. De tweede opname duurt 4-7 dagen.
Eerste operatie De orthopedisch chirurg verwijdert tijdens de eerste operatie uw geïnfecteerde prothese en plaatst als dat mogelijk is een tijdelijke prothese (spacer) terug.

Deze spacer geeft antibiotica af in het geïnfecteerde gebied en zorgt ervoor dat de ruimte uw zieke prothese zat, tijdelijk wordt opgevuld. Tijdens de operatie nemen we ook kweken af uit het operatiegebied. Zo kunnen we bepalen wat de ziekteverwekker is.
Door de operatie wordt het grootste deel van de bacteriën verwijderd. De antibiotica uit de spacer en via het infuus/pillen moeten de kleine hoeveelheid bacteriën die achterblijft aanpakken.
Antibiotica. U krijgt ongeveer 2 weken antibiotica via een infuus en daarna tot aan de tweede operatie antibiotica in tabletvorm. U krijgt eerst een antibioticum dat werkt tegen de meest voorkomende infecties (men noemt dit breedspectrum antibiotica). Nadat de exacte verwekker van uw infectie bekend is, krijgt u een antibioticum dat specifiek werkzaam is tegen deze bacterie (smalspectrum). Als de bacterie die uw infectie heeft veroorzaakt al voor de operatie bekend is (bv. na de punctie), kunnen we natuurlijk na de eerste operatie direct met het specifieke antibioticum beginnen.
De tweede operatie vindt meestal 6 tot 8 weken na de eerste operatie plaats, als de infectie onder controle is gekomen, Bij de tweede operatie verwijderen we de spacer en plaatsen we een nieuwe, definitieve prothese. U slikt nog een aantal weken antibiotica als u thuis bent.
Wat kunt u verwachten na een 2-stage procedure?
U hebt ongeveer 70-90% kans dat de infectie door de 2-stage procedure volledig verdwijnt. Het duurt na de behandeling nog geruime tijd voordat u volledig hersteld bent en uw prothese (redelijk) goed kunt gebruiken. De werking van de prothese is minder goed dan voorheen.
Behandeling in 1 operatie (1-stage-revisie)
Op zich heeft de 1-stage revisie het grote voordeel dat u maar 1x geopereerd hoeft te worden maar er zijn wel een aantal strikte extra voorwaarden om het op deze manier te kunnen doen:
- De verwekkende bacterie moet vóór de operatie bekend zijn
- Deze bacterie moet goed gevoelig zijn voor antibiotica
- De weke delen (huid, spier, kapsel en ligamenten) moeten goed doorbloed (vitaal) zijn. Er mag ook geen fistel zijn (gangetje van de prothese naar de huid).
- Uw algemene gezondheid moet redelijk goed zijn
Als de infectie niet aan deze voorwaarden voldoet, kunnen we u waarschijnlijk niet met de 1-stage procedure behandelen.
Wat is een 1-stage revisie?
Bij de 1-stage revisie gebeurt de infectiebehandeling met één operatie. De orthopedisch chirurg verwijdert in één operatie de geïnfecteerde prothese en plaatst in dezelfde operatie een nieuwe prothese terug. Uiteraard worden er ook hier kweken afgenomen tijdens de operatie. De antibioticabehandeling na de operatie loopt volgens hetzelfde schema als bij de 2-stage revisie: een tweetal weken via infuus en daarna over op tabletvorm gedurende nog 10 weken; in totaal dus 3 maanden antibiotica.
Wat kunt u verwachten na een 1-stage procedure?
U hebt ongeveer 70-90% kans dat de infectie door de 1-stage procedure volledig verdwijnt. Het duurt na de behandeling nog geruime tijd voordat u volledig hersteld bent en uw prothese (redelijk) goed kunt gebruiken. De werking van de prothese is minder goed dan voorheen.
3. Verwijderen en/of vastzetten van het gewricht
Blijvend verwijderen van de prothese
In zeldzame gevallen beslist de orthopedisch chirurg samen met u tot het verwijderen van de geïnfecteerde prothese, waarbij er geen nieuwe prothese wordt teruggeplaatst. Dit kan met name gebeuren bij een geïnfecteerd heup- of schoudergewricht. We noemen dit een Girdlestone-situatie.
Wanneer kunnen we beslissen we tot het blijvend verwijderen van de prothese:
- Als de kwaliteit van de weke delen en/of het bot rondom de prothese slecht is.
- Als er steeds opnieuw infecties optreden die niet goed reageren op antibiotica.
- Als eerdere behandelingen niet gewerkt hebben.
- Als u niet meerdere keren geopereerd kunt worden, bijvoorbeeld door andere ziektes.
- Als u niet kunt lopen.
Hoe gaat de behandeling in zijn werk?
Bij deze operatie wordt de gehele prothese en al het geïnfecteerde weefsel verwijderd zonder dat er een nieuwe prothese wordt teruggeplaatst.
U krijgt daarna antibiotica gedurende zes weken, waarvan twee weken in het ziekenhuis. De antibiotica krijgt u de eerste weken meestal via het infuus, daarna krijgt u tabletten. U bent ongeveer twee weken opgenomen. Vaak maakt de wondgenezing deze lange opname noodzakelijk.
Nadelen van de situatie zonder gewricht zijn dat uw been (arm) korter wordt en dat bewegen van uw been (arm) moeilijker is. De revalidatie-arts stelt in overleg een behandelplan op waarmee u na de operatie zo goed mogelijk kunt herstellen en bewegen. In het begin is niet goed te voorspellen wat het uiteindelijke resultaat van deze behandeling zal zijn.
Verwijderen van de prothese en vastzetten van het gewricht
Vooral bij de knie kan dit een passende oplossing zijn. In één operatie wordt de prothese en het geïnfecteerde weefsel verwijderd en wordt het kniegewricht vastgezet (dit kan op verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van de botkwaliteit en van welk gewricht wordt vastgezet). Daarbij krijgt u antibiotica.
We kunnen beslissen om de prothese te verwijderen en het gewricht vast te zetten als:
- De kwaliteit van de weke delen en/of het bot slecht is
- Als er steeds opnieuw infecties optreden met moeilijk te behandelen ziekteverwekkers
Een nadeel van het vastzetten van het gewricht, is dat u het gewricht niet meer kunt buigen of strekken.
4. Amputatie
In zeer zeldzame gevallen is bij een prothese-infectie soms een amputatie nodig. Dit kan nodig zijn als
- de weefsels of bloedvaten rondom de prothese in erg slechte conditie zijn
- er ernstig botverlies rondom de prothese is ontstaan
- de infectie niet voldoende reageert op eerdere behandelingen
Na een amputatie heeft u meestal maar kort antibiotica nodig. De duur van de opname in het ziekenhuis hangt vooral af van hoe goed uw wond geneest. De revalidatie-arts stelt in overleg een behandelplan op waarmee u na de operatie zo goed mogelijk kunt herstellen en bewegen.
5. Levenslang antibiotica
We kunnen kiezen voor een behandeling met levenslang antibiotica als u ziektes heeft die opereren onmogelijk maken of als u vanwege andere redenen kiest om niet geopereerd te worden.
Levenslange behandeling met antibiotica onderdrukt de prothese-infectie, maar de infectie zal niet volledig genezen. De symptomen van de infectie zijn echter wel minder zodat u de prothese redelijk goed kunt gebruiken en niet ziek bent.
Het nadeel van deze behandeling is dat de infectie soms toch weer de kop op kan steken en u ziek kan maken. Bovendien is het zo dat het levenslang nemen van antibiotica bijwerkingen kan geven.