Wanneer kunt u naar huis?

U kunt naar huis als u de doelen die op de lijst staan  heeft bereikt en als uw zaalarts gecontroleerd heeft of u voldoende in orde bent.

U kunt zelf afvinken:

  • Zelfstandig in/uit bed komen.
  • Met weinig of geen hulp naar de wc gaan.
  • Veilig opstaan en gaan zitten in een stoel.
  • Veilig dertig meter lopen
  • U kent de oefeningen
  •  De voorbereidingen voor uw terugkeer naar huis zijn in orde.

Samen met de zaalarts vult u onderstaand lijstje in:

  • Belangrijke metingen zijn in orde; temperatuur, bloeddruk, hartritme, bloedgehalte.
  • Er is weinig of geen lekkage van de wond.
  • De pijn is aanvaardbaar en onder controle met medicatie.
  • U bent niet duizelig.
  • U kunt goed uw blaas leeg plassen.
  • U heeft geen problemen met de ontlasting.

Voorbereiding op uw ontslag uit het ziekenhuis

U heeft een gesprek met uw verpleegkundig(e) (coördinator).

  • Bloedverdunners. Tijdens uw opname heeft u antistolling spuitjes gekregen. De arts bespreekt het herstarten van uw eigen antistolling met u als dit bij u van toepassing is.
  • Als u wordt gecontroleerd door de trombosedienst, regelt de verpleging een afspraak bij u thuis
  • Verbandmateriaal voor thuis krijgt u mee.
  • De controle-afspraak bij de polikliniek orthopedie zes weken na de operatie maken wij voor u en u krijgt uitleg hierover. Bij de controle-afspraken na zes maanden en na twaalf maanden vragen wij u om een vragenlijst in te vullen.
  • Fysiotherapie. u krijgt een machtiging en gegevens (overdracht) mee voor de fysiotherapeut bij u in de buurt. U kunt de oefeningen die u geleerd heeft al zelfstandig thuis doen. Koel uw schouder zo nodig met ijsblokjes of een ‘cool pack’ in een doek.
  • Verslag voor de huisarts. U krijgt een voorlopig verslag van uw opname mee voor uw huisarts. De huisarts krijgt later nog uitgebreid bericht van ons.
  • Een medewerker van de apotheek bespreekt met u de medicijnen die u mee naar huis krijgt.
  • Als er thuiszorg is aangevraagd, krijgt u een overdracht mee voor de medewerkers van de thuiszorg.

Weer thuis

schouderprothese afspraken na de operatie tabel

Bewegen, oefenen en rust

Bewegen en oefenen zijn belangrijk om geen stijve schouder te krijgen. Er zijn echter beschermende maatregelen in de eerste 4-6 weken na de operatie. 

  • Na een anatomische schouderprothese moet u 4 weken lang dag en nacht een mitella dragen. U mag wel bepaalde oefeningen in de mitella doen.
  • Na een omgekeerde (reverse) schouderprothese mag u bijna onmiddellijk beginnen met verschillende oefeningen.

U kunt zelf de oefeningen doen die de fysiotherapeut met u geoefend heeft. Als uw schouder rood of gezwollen is na de oefening, leg er dan ijsblokjes of een ‘cool pack’ op in een doek. Ook thuis kunt een lijstje bijhouden met dingen die u al kunt. Kijk ook nog eens naar wat u voor de operatie verwachtte van uw schouderprothese. Overleg met uw fysiotherapeut hoe u uw doelen in kleine stapjes kunt bereiken.Bijvoorbeeld: “ik wil over twee weken mijn arm goed kunnen optillen, zodat ik straks weer zelf kan aan- en uitkleden."

Pijn, roodheid en zwelling

De meeste patiënten hebben in de eerste weken na de operatie behoorlijk wat pijn. Deze pijn is niet prettig, maar hoort er wel bij. U heeft een grote operatie gehad. Het is belangrijk voor uw herstel dat u zo min mogelijk hinder heeft. We adviseren u daarom om op de afgesproken momenten uw pijnstillers te nemen, zeker in de eerste dagen na uw ontslag uit het ziekenhuis.

Gebruik ook een ‘cool pack’ of ijsblokjes in een doek om uw schouder te koelen als hij rood en dik is geworden.

De pijn, roodheid en zwelling van de schouder kunnen nog een aantal weken blijven. Maakt u zich geen zorgen, dit is normaal.

Uw kunstschouder zal altijd anders aanvoelen dan uw eigen schouder.

Douchen/baden

Vanaf de dag van thuiskomst adviseren we u om de schouder niet nat te laten worden. Als de wond droog is en de hechtingen zijn verwijderd mag uw wond nat worden.
We adviseren u om in de eerste periode niet in bad te gaan. Ook in een latere fase blijft de schouder kwetsbaar als u erop steunt om uit bad stappen.

Pleisters

Pleisters krijgt u bij uw ontslag uit het ziekenhuis mee. Twee keer per week kunt u op de operatiewond een nieuwe pleister plakken. U hoeft geen jodium of ander desinfectiemiddel op de wond te doen.

Hechtingen laten verwijderen

De hechtingen laat u 14 dagen na de operatie bij uw huisarts verwijderen. U moet hiervoor zelf een afspraak maken.
Heeft u diabetes (suikerziekte) of gebruikt u het medicijn prednison? Dan laat u de hechtingen na 17 dagen verwijderen. Wanneer, op medisch voorschrift, de thuiszorg de wondverzorging uitvoert, dan kunt u de verpleegkundige van de thuiszorg vragen de hechtingen te verwijderen.

Aan- en uitkleden

  • Bij het aandoen van een hemd of vest moet u eerst uw geopereerde arm in de mouw steken, daarna uw goede arm.
  • Bij het uitdoen van een hemd of vest moet u eerst uw gezonde arm uit de mouw halen en daarna de geopereerde arm.
  • Wij adviseren u om tijdens de eerste 3 maanden geen trui te dragen.

Wat u niet kunt doen

Doe dagelijks uw oefeningen, maar doe de volgende dingen niet:

  • Bij een anatomische prothese: oefen de eerste 4 weken niet zonder mitella.
  • Bij een omgekeerde (reverse) prothese:
  1. steun in de eerste zes weken niet op de arm
  2. breng in de eerste zes weken uw arm niet achter u (raak uw rug niet aan)
  • Draag de eerste 6 weken geen zware gewichten.
  • Ga de eerste 6 weken niet op de geopereerde kant liggen.
  • Wilt u weer gaan sporten? Overleg dan eerst met uw fysiotherapeut.

Wanneer moet u ons waarschuwen?

Ondanks alle zorg rondom de operatie kunnen er in de eerste periode thuis soms problemen optreden zoals:

  • de operatiewond gaat lekken
  • de operatiewond wordt rood en dik
  • de operatiewond gaat veel meer pijn doen 
  • koorts van 38,5oC of meer
  • verschijnselen die anders zijn dan verwacht en waar u zich zorgen over maakt.

Als u een of meer bovenstaande verschijnselen hebt, moet u contact opnemen met het ziekenhuis. 

  • Maandag tot en met vrijdag van 8 tot 17 uur: Polikliniek Orthopedie : 043-387 69 00
  • ‘s Avonds of in het weekend: Verpleegafdeling Orthopedie 043-38744 30 of 043-387 64 30.

Let op: Een infectie kan niet alleen direct na de operatie optreden.

Een prothese kan nog jaren na de operatie geïnfecteerd raken met bacteriën die de prothese bereiken via uw bloedbaan. Daarom is het belangrijk om bij koorts of een infectie ergens anders in uw lichaam (bijvoorbeeld een ontsteking van uw kiezen of tanden, een steenpuist, een ontsteking van uw nagel, een wond met pus of een blaasontsteking) direct advies te vragen aan uw orthopeed of huisarts. Voor opstarten met antibiotica graag overleggen met uw orthopeed! Kijk hier voor meer informatie over infecties bij protheses.

Bij wie kunt u informatie vragen?

Heeft u nog vragen? U kunt op werkdagen contact opnemen met

  • Polikliniek orthopedie                   043 -387 69 00
  • Verpleegafdeling C4 orthopedie   043 -387 44 30 of 043 – 387 64 30
  • Verpleegkundig coördinator          043 -3876543 (vraag naar sein 7920)
  • Opnameplanning orthopedie        043 -387 44 33
  • Fysiotherapie MUMC+                 043 -387 7146
  • Polikliniek Anesthesiologie           043 -387 45 00

Als patiënt van het Maastricht UMC+ heeft u toegang tot Mijn-MUMC+ (mumc.nl/mijnmumc). Daar kunt u vanuit thuis uit eenvoudig een deel van uw medische gegevens inzien.

Sluit de enquête