De datum en het tijdstip van uw opname krijgt u per brief van ons. U meldt zich op de dag van opname bij de balie van verpleegafdeling C4. Tevoren volgt u de aanwijzingen zoals u die heeft gekregen van het opnamebureau.De opname duurt gemiddeld 2 dagen. Een korte opname vermindert de kans op infectie en is gunstig voor uw herstel. Van tevoren is met uw verpleegkundige besproken of er voor u nog zorg nodig is na uw ontslag uit het ziekenhuis.


Eten en drinken. Op de dag vóór de operatie mag u nog gewoon eten en drinken tot 24 uur ‘s avonds. Daarna mag u niet meer eten.
Drinken mag tot 2 uur voor de operatie, maar alleen nog heldere vloeistoffen en koffie/thee zónder melk en suiker. Zie voor uitgebreide informatie ook de website anesthesiologie.mumc.nl.


Bloedverdunners en andere medicijnen. Na de operatie moet u dagelijks antistollingsprikjes (fraxiparine) zetten. Als u thuis al bloedverdunners gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u of en hoe u deze moet gebruiken rondom de operatie. Het kan zijn dat u tijdelijk andere bloedverdunners moet gebruiken. Na de operatie wordt weer opgestart met uw eigen medicijnen door de arts en zal er indien nodig opnieuw aanmelding bij uw trombosedienst plaatsvinden. Van de anesthesioloog krijgt u informatie over het gebruik van uw medicijnen.

Op de dag van uw opname komen een aantal medewerkers bij u langs. Voor informatie over alle mensen die bij uw behandeling betrokken zijn, kijk bij ‘Uw behandelteam’.

De operateur zet met een zwarte stift een pijl op het  been dat wordt geopereerd. Het kan zijn dat uw operateur een andere arts is dan de arts die u op de polikliniek heeft gezien. Dit geldt ook voor de anesthesioloog.

Uw operatie

Belangrijk om te weten voor u naar de operatiekamer gaat:
  • Eten:Op de dag voor de operatie ma u nog gewoon eten en drinken tot 24 uur 's avonds. Daarna mag u niet meer eten.
  • Drinken mag u tot 2 uur voor de operatie, maar alleen nog heldere vloeistoffen en koffie of thee zonder melk of suiker.
  • Thuismedicatie neemt u in overleg met de verpleging
  • U kunt ’s ochtends voor de operatie douchen
  • U mag geen juwelen, piercings, nagellak of make-up dragen
  • U mag uw kunstgebit niet in houden
  • U mag geen bril of lenzen dragen
  • In overleg met de anesthesioloog mag u uw hoorapparaat inhouden
  • U mag op de dag van de operatie niet eten. Drinken mag u tot twee uur voor de operatie (heldere vloeistoffen en koffie/thee zónder melk of suiker)
  • (Thuis)medicatie neemt u in overleg met de verpleging
  • Er wordt een controle-lijst ingevuld door de medewerkers die bij uw operatie betrokken zijn.

 De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. Hier ontmoet u het operatieteam en wordt voor de laatste keer gecheckt of alles voor de operatie klopt. Daarna krijgt u de afgesproken verdoving. Algemene informatie over de operatiekamer vindt u op de website van de OK van het MUMC+

Informatie over hoe de knieprothese geplaatst wordt, vindt u in het informatieblad 'Algemene informatie over knieprotheses' die ook te vinden is op de website  orthopedie.mumc.nl

Na de operatie

Na de operatie blijft u enige tijd op de Recovery (uitslaapkamer) . Hier wordt u wakker uit de narcose of werkt de plaatselijke verdoving uit. Vanaf de recovery gaat u met uw bed naar de afdeling radiologie om een controlefoto van uw knie te laten maken.

Pijn: Na uw operatie heeft u pijn aan uw knie. Goede pijnstilling is belangrijk om  goed te kunnen oefenen. Daarom geven we u al tijdens de operatie een verdovend middel in de knie. Meer informatie over pijn vindt u hieronder.

U heeft na de operatie een infuus in uw arm om vocht en medicijnen toe te dienen (o.a. antibiotica gedurende de eerste 24 uur om een infectie te voorkomen).

Als uw bloeddruk en hartslag goed zijn, mag u terug naar de afdeling orthopedie. Daar worden uw bloeddruk, polsslag en temperatuur regelmatig gemeten en controleren we  uw wond. U mag ook weer wat drinken na overleg met de verpleging.

U kunt de eerste dagen na de operatie last hebben van duizeligheid, misselijkheid, minder eetlust en moeilijke stoelgang. Dit komt meestal door de narcose en/of de pijnbestrijding. Samen met u proberen we deze klachten zo goed mogelijk te verhelpen.

De operateur probeert direct ná afloop van de operatie uw eerste contactpersoon te bellen en te informeren over hoe de operatie is gegaan. Aan het einde van de dag zal de operateur of zijn assistent proberen bij u langs te komen.

Uw herstel in het ziekenhuis: starten met bewegen

Op de dag van de operatie start u met het revalidatieprogramma . U oefent samen met andere patiënten die op dezelfde dag geopereerd zijn. Zodra dat voor u mogelijk is, gaat u in gewone kleding naar de huiskamer van C4.

De meeste patiënten mogen meteen na de operatie starten met oefenen (buigen/strekken en belasten van de knie). Meteen starten met oefenen en regelmatig oefenen is belangrijk om geen stijve knie te krijgen. Goede pijnstilling is belangrijk om  goed te kunnen oefenen. Daarom hebben we u al tijdens de operatie een verdovend middel in de knie gegeven.

Verder gaat u op de dag van de operatie samen met de fysiotherapeut de eerste oefeningen doen. De meeste patiënten gaan op de dag van de operatie al hun bed uit. Soms is dit niet mogelijk omdat de spierkracht in uw been nog niet voldoende is of u zich niet helemaal lekker voelt. De fysiotherapeut beslist in overleg met de verpleging en eventueel de arts of het voor u al verantwoord is om uit bed te komen.

De fysiotherapeut begeleidt u bij de oefeningen, zoals staan en lopen, in en uit bed gaan en traplopen. De eerste keer steunt u bij het lopen op een looprekje, daarna leert u bewegen met krukken. Van de fysiotherapeut leert u steeds nieuwe oefeningen. Tussendoor oefent u vooral de oefeningen die u al van hem/haar geleerd heeft. Probeer steeds weer te oefenen. Veel oefenen zorgt ervoor dat u sneller herstelt. Houdt u aan de adviezen die u krijgt.

Soms kan de knie warm en dik worden. Dit geeft aan dat de knie overbelast is. Dit is niet erg. U moet dan tijdelijk wat minder oefenen. Eventueel kunt u de knie koelen met een 'coolpack' of ijsblokjes. Leg een 'coolpack' of ijsblokjes nooit direct op de huid (wikkel altijd een handdoek er omheen) en koel maximaal 20 minuten per keer.

Wat te doen bij pijn?

In de tijd na de operatie heeft u pijn aan uw knie.

 

pijnmeter mumc knieprothese

Na de operatie krijgt u pijnmedicatie op vaste tijden en als u erom vraagt. Om de pijn zo goed mogelijk te controleren vragen wij u na uw operatie regelmatig om zelf een cijfer voor uw pijn te geven (pijnscore) en om extra pijnstilling te vragen als dat nodig is. Bij de behandeling van pijn na uw operatie krijgt u zo nodig bezoek van de Acute Pijn Service.

Als u pijn heeft, zijn er verschillende manieren om de pijn te verminderen:

  • De meeste patiënten hebben voldoende aan pijnstillende tabletten op vaste tijden en extra tabletten als het nodig is ( u kunt daarom vragen).
  • Bij veel pijn is plaatselijke verdoving via een slangetje in uw rug mogelijk. Een pijnpomp zorgt ervoor dat een verdovingsmiddel wordt toegediend.
  • Als dit niet werkt, krijgt u pijnstillers via het infuus. Hiervoor wordt ook een pijnpomp gebruikt die u zelf via een drukknop kunt bedienen.

Verder kunt u de eerste dagen na de operatie last hebben van duizeligheid, misselijkheid, minder eetlust, moeilijke stoelgang . Dit komt meestal door de narcose en/of de pijnbestrijding. Samen met u proberen we deze symptomen zo goed mogelijk te verhelpen.

 

 

Sluit de enquête