Veelgestelde vragen en contactinformatie bij uw heupprothese

Op deze pagina vindt u antwoorden op veel gestelde vragen en u vindt er contactinformatie van uw behandelteam

Wanneer moet ik een arts waarschuwen?

Ondanks alle zorg rondom de operatie kunnen er in de eerste periode thuis soms problemen optreden zoals:

• de operatiewond gaat lekken
• de operatiewond wordt rood en dik
• de operatiewond gaat veel meer pijn doen 
• koorts van 38,5 graden of hoger
• het onderbeen (de kuit) is pijnlijk, stijf, rood of dik
• verschijnselen die anders zijn dan verwacht en waar u zich zorgen over maakt.

Als u een of meer bovenstaande verschijnselen hebt, moet u contact opnemen met het ziekenhuis: 

• maandag tot en met vrijdag tussen 8 en 17 uur belt u de polikliniek orthopedie: 043-387 69 00
• ‘s avonds en in het weekend belt u met de afdeling orthopedie: 043-38744 30  of   043-387 64 30.

Let op: Een infectie is een vervelende complicatie. Een infectie kan niet alleen direct na de operatie optreden. Een prothese kan nog jaren na de operatie geïnfecteerd raken met bacteriën die de prothese bereiken via uw bloedbaan. Daarom is het belangrijk om bij koorts of een infectie ergens anders in uw lichaam (bijvoorbeeld een ontsteking van uw kiezen of tanden, een steenpuist, een ontsteking van uw nagel, een wond met pus of een blaasontsteking) direct advies te vragen aan uw orthopeed of huisarts. Indien noodzakelijk zal dan antibiotica gegeven worden (graag steeds in overleg met de orthopeed) om een infectie van uw prothese via de bloedbaan te voorkómen. Ook bij ingrepen bij de KNO-arts, de kaakchirurg, bij een galblaas operatie of een hartklepoperatie kunnen bacteriën in de bloedbaan komen. Overleg van te voren of het nodig is om antibiotica te gebruiken rondom de ingreep, zodat er geen bacteriën bij uw prothese kunnen komen.

Hoe lang blijft mijn been dik?

Uw been kan de eerste weken nog dik en verkleurd zijn als gevolg van bloedverlies tijdens de operatie. Dit verbetert geleidelijk. De zwelling is meestal ’s avonds het grootst en neemt in de loop van de dagen af als u regelmatig uw oefeningen blijft doen. Het dik worden van het been zal verminderen door twee keer per dag uw been hoog te leggen gedurende een uur. Uw geopereerde been kan nog wel enkele maanden dikker zijn dan het andere been.

Hoe lang blijft mijn heup pijnlijk?

De pijn na de operatie wordt geleidelijk minder, beginnend ongeveer twee weken na de opatie. Na drie tot vier maanden treedt weer een aanzienlijke verbetering op.  Soms voelt u een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer 12 maanden na de operatie. Startpijn (pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan langer blijven bestaan. Dit pijnlijke gevoel zal verbeteren zonder behandeling. Startpijn betekent dus niet dat de prothese niet goed werkt of los zit.

Hoe lang moet ik de bloedverdunnende middelen gebruiken?

Tijdens uw opname wordt gestart met een bloed verdunnend middel (Fraxiparine) om trombose te voorkomen. Tijdens de opname leert u hoe u dit toedient (prikjes). Dit blijft u één maal per dag doen tot zes weken na de operatie.

Als u voor de operatie al bloedverdunnende middelen gebruikte via de trombosedienst, krijgt u na de operatie thuis via de trombosedienst te horen wanneer u weer overstapt op de voor u bekende bloedverdunnende middelen.

Hoe vaak moet ik oefenen?

  • Het is belangrijk dat u drie keer per dag zelf oefent gedurende tien minuten.
  • Naast het oefenen is het aan te raden regelmatig een stukje te lopen.
  • Om ervoor te zorgen dat u de heup weer volledig kunt strekken, raden we u aan om elke dag een uur (of 2x een half uur) op de rug te liggen met gestrekt been.

Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel?

U blijft een loophulpmiddel gebruiken zolang u zich niet veilig voelt zonder hulpmiddel. In overleg met uw fysiotherapeut bouwt u het gebruik van het loophulpmiddel langzaam af. Dit duurt ongeveer zes weken.

Waar moet ik op letten na de operatie?

Het is vooral in de eerste drie maanden belangrijk dat u de adviezen en leefregels opvolgt Dit om te voorkómen dat de heupkop uit de kom schiet.

Ook is het belangrijk dat uw heupgewricht sterk en soepel wordt. Dit bereikt u door oefeningen te doen en door de adviezen goed in acht te nemen. Zonder oefenen kan de heup stijf worden en kunt u hem minder goed gebruiken.

Moet ik steunkousen dragen?

Het is niet voor iedereen nodig om steunkousen te dragen, maar het helpt wel om de zwelling in het been te verminderen. Wanneer uw been gedurende de dag nog erg dik wordt, is het wel verstandig om kousen te dragen.

Hoe verzorg ik de wond?

De wond moet schoon en droog blijven. Zolang de hechtingen er nog in zitten, moet er een pleister op de wond. Het is voldoende als u de pleister twee keer per week vervangt door een nieuwe.

Wanneer mag ik weer douchen/in bad?

U mag weer douchen als de hechtingen verwijderd zijn. Wij raden u aan een douchestoel en badslippers te gebruiken om uitglijden te voorkomen. U mag zeker de eerste drie maanden niet in bad, omdat de kans bestaat dat de heupkop uit de kom schiet als u flink buigt met uw heup.

Hoe lang moet ik krukken gebruiken?

De meeste patiënten gebruiken ongeveer twee maanden een of twee krukken. In overleg met uw fysiotherapeut wordt het gebruik van krukken afgebouwd. Het is belangrijk dat u niet te vroeg met één kruk gaat lopen omdat u dan gemakkelijk een verkeerde houding aanleert.

Wanneer kan ik weer werken? Wanneer kan ik huishoudelijk werk doen?

Wanneer u weer kunt starten met werk en op welke wijze hangt helemaal af van het soort werk dat u doet. Overleg dit vooraf met uw arts.

Vanaf zes weken na de operatie kunt u rustig starten met licht huishoudelijk werk, waarbij u op de leefregels blijft letten. Dus bijvoorbeeld: niet bukken, niet hurken, niet ver voorover buigen terwijl u zit en niet lang staan.

Wanneer mag ik weer autorijden?

Wettelijk mag u  weer autorijden als dat veilig kan, voor uzelf en voor uw medeweggebruikers. Dat betekent dat u voldoende controle moet hebben over uw geopereerde been, ook als u bijvoorbeeld een noodstop moet maken. Meestal is dit het geval na 6 weken. Als u rijdt in een automaat en u bent geopereerd aan uw linker been, kunt u al eerder weer autorijden.

Overleg ook met uw verzekeringsmaatschappij hoe het zit met de aansprakelijkheid.

Let op: maak bij het in- en uitstappen van de auto geen bewegingen die de heupkop uit de kom kunnen laten schieten. De eerste drie maanden is het beter om niet zelf auto te rijden.

In- en uitstappen:

Zorg ervoor dat de autostoel in de achterste stand staat (veel beenruimte), de rugleuning wat achterover en laat een plastic zak op uw stoel leggen. Leg vooraf een dikker kussen op de stoel als de stoel een diepe zit heeft. Ga met uw rug naar de zijkant van de autostoel staan.

Steun op de deur en de deurpost. Ga zitten op de plastic zak (geopereerde been naar voren). Dan draait u met hulp van de gladde plastic zak tegelijk uw romp en uw benen naar binnen.

Uitstappen gaat in omgekeerde volgorde. Ook bij het opstaan zet u uw geopereerde been naar voren.

Wanneer mag ik weer fietsen?

Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u acht tot twaalf weken na de operatie weer op een echte fiets stappen. Het is daarbij wel belangrijk dat u weer voldoende controle over uw been heeft.

  • Oefen vooraf op een hometrainer en vraag advies aan uw fysiotherapeut
  • Vooral het op- en afstappen moet u op de juiste manier doen
  • Fiets in het begin in een kleine versnelling
  • Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap
  • Zet  het zadel op een hoogte waardoor u niet te veel buigt met de geopereerde heup: de hoek tussen uw been en uw romp mag niet  kleiner worden dan negentig graden (haakse hoek), uw been mag dus niet te dicht bij uw romp komen.

Wat voor soort schoenen kan ik het beste dragen?

Het is verstandig om schoenen te dragen die uw gehele voet omsluiten. Kies voor schok dempende schoenen met stroeve zolen en een brede hak vast. Draag in de eerste drie maanden geen hoge hakken en slippers. Gebruik een lange schoenlepel bij het aantrekken van uw schoenen, zodat u de heup niet teveel buigt.

Mag ik sporten?

Overleg van te voren met uw arts. Zwemmen, ouderengymnastiek en rustige sporten kunt u meestal weer doen vanaf ongeveer drie maanden na de operatie. Het is belangrijk dat u de activiteiten rustig opbouwt.

Wanneer kan ik weer seksueel actief zijn?

Als u rekening houdt met de adviezen, kan dit meestal zes tot acht weken na de operatie weer.

Waar kan ik informatie vragen?

Heeft u nog vragen? U kunt op werkdagen contact opnemen met

  • Polikliniek orthopedie: 043 – 387 69 00
  • Verpleegafdeling C4 (orthopedie): 043–387 44 30  of  043–387 64 30
  • Verpleegkundig coördinator orthopedie: 043–3876543 (vraag naar sein 7920)
  • Opnameplanning orthopedie: 043–387 44 33
  • Fysiotherapie MUMC+: 043–387 7146
  • Polikliniek Anesthesiologie 043–387 45 00

of stuur een e-mail

Als patiënt van het Maastricht UMC+ heeft u toegang tot MijnMUMC/nl. Nadat u zich heeft aangemeld, kunt u op deze beveiligde website de gegevens en afspraken uit uw medisch dossier bekijken.

Op de website van MaastrichtUMC+ kunt u virtueel de operatiekamer bekijken.

Mijn Behandelteam

Er zijn veel medewerkers bij uw behandeling betrokken. Wij zetten hier voor u op een rijtje met wie u te maken krijgt:

Uw orthopedisch chirurg is een medisch specialist op het gebied van botten en gewrichten. Zolang u bij ons onder behandeling bent, is één orthopeed uw hoofdbehandelaar en eindverantwoordelijk voor uw behandeling. Wilt u met uw hoofdbehandelaar spreken? Laat dit weten aan uw behandelend arts of de verpleging of maak rechtstreeks een afspraak met uw hoofdbehandelaar. Onze heupspecialisten zijn:  dr. R.H.M. ten Broeke , dr. J.A.P Geurts,   dr. T.A.E.J. Boymans en drs. M.W. van den Boogaart.

De behandelend arts. Vaak is uw behandelend arts een arts-assistent: een arts in opleiding tot orthopedisch chirurg die werkt onder verantwoordelijkheid van een orthopedisch chirurg.  Omdat arts-assistenten tijdens hun opleiding regelmatig van stageplaats wisselen, kunt u bij uw behandeling met verschillende arts-assistenten te maken krijgen. 

De zaalarts vraagt en onderzoekt tijdens uw opname hoe het met u gaat. U kunt bij uw zaalarts terecht met dagelijkse vragen. Maar die kunt u natuurlijk ook stellen aan de verpleegkundigen of uw behandelend arts. 

 De verpleegkundig coördinator bespreekt van te voren met u de opname. Ze vertelt wat er gaat gebeuren en wat u moet regelen voor als u weer thuis bent. De verpleegkundig coördinator is ook aanwezig op de afdeling. Als u vragen heeft, kunt u hem/haar bellen: 043-3876543, vraag naar sein 7920.

De verpleegkundigen op de afdeling orthopedie (C4) helpen u waar nodig bij uw opname en na de operatie. Zij werken in drie diensten. U zult dus verschillende verpleegkundigen zien tijdens uw opname.

 De fysiotherapeut onderzoekt zo nodig voor de opname hoe fit u bent en geeft u eventueel oefeningen. Na de operatie komt de fysiotherapeut enkele keren met u oefenen en leert u veilig opstaan, gaan zitten en lopen (en traplopen als u dat thuis nodig heeft).

De anesthesioloog is de specialist die u de narcose zal geven tijdens de operatie. Voor de opname bespreekt u met de anesthesioloog hoe u verdoofd gaat worden, hoe het is met uw gezondheid en welke medicijnen u gebruikt. Meer informatie over anesthesiologie vindt u op anesthesiologie.mumc.nl.

Sluit de enquête