Bij osteochondritis dissecans (OD) van de knie sterft om onduidelijke redenen een klein stukje bot af. Er ontstaat dan een klein eilandje van bot (een zogenaamde gewrichtsmuis) net onder het kraakbeen. In meer ernstige gevallen laat het boteilandje zelfs los, samen met een hierop vastzittend stukje kraakbeen. Osteochondritis dissecans komt meestal voor bij kinderen en jong volwassenen.

Tot nog toe is het onduidelijk wat de oorzaak is. Een van de theorieën is dat het komt door herhaalde traumata, omdat het in 60% van de gevallen voorkomt bij intensieve sporters. Zo zou een verkeerde belastingsas een van de onderliggende oorzaken kunnen zijn. Verder kan een stoornis in de bloedvoorziening van het betreffende stukje bot meespelen, waardoor het afsterft en uiteindelijk loslaat. Ook lijkt het geslacht van invloed te zijn op het ontstaan van osteochondritis dissecans. Bij mannen komt de aandoening vaker voor dan bij vrouwen.

In het beginstadium geeft OD vage pijnklachten in de knie en soms zwelling van het gewricht. Bij zware belasting en draaibewegingen zullen de klachten toenemen. Wanneer de aandoening erger wordt, zwelt de knie snel bij inspanning.

De diagnose wordt gesteld met behulp van röntgenfoto's. Vaak is aanvullend onderzoek nodig (CT-, MRI of bot-scan) om te bepalen wat de behandelingsmogelijkheden zijn.

Belangrijkste doel van de behandeling is om de pijn te verminderen en het gewrichtsvlak te beschermen of te herstellen zodat er later geen slijtage zal optreden. De behandeling is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de plaats van aandoening. Soms is rust in een gips, gevolgd door fysiotherapie voldoende. Bij oudere patiënten wordt vaker voor een operatieve behandeling gekozen.

Osteochondritis dissecans kan leiden tot kraakbeendefecten in de knie.

 

Sluit de enquête