Operatie schouderinstabiliteit

Als de behandeling zonder operatie niet helpt, kunt u geopereerd worden. Zo’n operatie heet een stabiliserende schouderoperatie. Dit gebeurt met een kijkoperatie (artroscopie) of een open operatie.

De operatie

Een operatie heeft vooral zin bij mensen met een instabiele schouder na een ongeluk. Mensen die extreem lenig zijn (hyperlaxiteit of hypermobiliteit), hebben na een operatie grote kans op herhaling van de klachten. Voor hen is de spierkracht en de coördinatie van de spieren belangrijk. Fysiotherapie en sporten kan daarbij helpen.

Kort voor de operatie krijgt u een antibioticum om de kans op infectie te verkleinen. De operatie gebeurt onder algehele narcose of een zenuwverdoving (plexusblokkade). Een zenuwverdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt.

Er zijn 2 manieren van opereren:

  1. Via een kijkoperatie (artroscopie) kan de arts:
    – Het afgescheurde labrum weer vastzetten. Daarmee blijft de kop beter in de kom. Deze operatie heet Bankart repair of artroscopische schouderstabilisatie.
    – Het gewrichtskapsel inkorten. Het kapsel wordt wat strakker gemaakt. Dat maakt het schoudergewricht weer steviger. Deze operatie heet een cupsulair shift.
  2. In een open operatie kan de orthopeed een stukje bot (botblok) weghalen van de voorkant van het schouderblad (processus coracoideus) met daaraan vast een pees. Hij of zij maakt dit met schroefjes vast aan de voorkant van de schouderkom. Dit zorgt voor extra stevigheid. De kop kan dan niet meer zo snel uit de kom schieten. Dit heet ook wel de Bristow of Latarjet-procedure. Beide operaties duren een tot anderhalf uur.

De meeste mensen blijven 1 nacht in het ziekenhuis.

U heeft enkele dagen pijn en krijgt hiervoor pijnstillers.

 

Complicaties

Er kunnen soms problemen (complicaties) zijn na de operatie:

  • Nabloeding
  • Infectie van de wond
  • Ontstekingsreactie van het gewrichtskapsel waardoor dit tijdelijk verstijft (frozen shoulder)
  • Schade aan een zenuw of bloedvaten
  • De arm gaat opnieuw uit de kom. Vaak door (teveel) schade in het schoudergewricht. Of doordat het weefsel nog niet goed is vastgegroeid. Het is daarom heel belangrijk dat u de adviezen van de fysiotherapeut volgt!
  • Als u een botblokje krijgt, is de kans op artrose in de toekomst iets groter. Dat komt mogelijk doordat het botblokje meestal geplaatst wordt bij patiënten bij wie de schouder regelmatig uit de kom schiet. Daardoor is bij hen vaak al meer kraakbeen beschadigd. De kans op artrose in de toekomst is dan mogelijk groter.
  • Het lichaam kan op den duur het botblokje afbreken. Daardoor kunnen de schroeven die hem op zijn plek hielden, ‘relatief uit gaan steken’. Dat kan de pezen en spieren die er overheen liggen (cuff) irriteren. Dit kan een reden zijn om het materiaal weer te verwijderen. Dat hoeft overigens niet te betekenen dat de schouder weer uit de kom gaat.

Contact met arts

Neem contact op met de arts als:

  • De wond gaat lekken
  • De wond dik en/of rood wordt of meer pijn gaat doen
  • U koorts krijgt: hoger dan 38,5°C
Sluit de enquête