Het plaatsen van een knieprothese bij patiënten jonger dan ongeveer 65 jaar geeft een vergrote kans op problemen op oudere leeftijd. Lees ook dit artikel uit De Limburger met dr. Pieter Emans.

Knie prothese uitstellen op jonge leeftijd

In het MUMC+ proberen we het vervangen van de eigen knie door een prothese bij patiënten jonger dan ongeveer 65 jaar zo lang mogelijk willen uitstellen. Dit zijn de redenen:

  • Jongere patiënten kunnen door hun vaak actievere levensstijl eerder problemen ondervinden van de beperkingen die een knie-prothese geeft. Bij hen helpt de prothese vaak minder goed tegen de pijn/stijfheid dan de patiënt voor de operatie verwachtte.
  • Op jonge leeftijd zal een prothese meestal sneller slijten dan bij oudere patiënten doordat hij intensiever gebruikt wordt. Dat betekent dat hij sneller vervangen moeten worden dan op oudere leeftijd.
  • We kunnen een versleten prothese niet steeds weer vervangen. Op dit moment kan dat bij een knieprothese ongeveer twee keer.
  • Het vervangen van een prothese (revisie-operatie) is een complexe operatie. Het resultaat  van een tweede operatie is bijna altijd minder goed dan na een eerste operatie. Ook het gevaar van ernstige infecties en andere complicaties neemt toe bij vervangings-operaties, zeker bij diabetes-patiënten of mensen met overgewicht. In het uiterste geval kan bij een infectie die niet onder controle te krijgen is amputatie nodig zijn

Om al deze redenen kijken we in het MUMC+ bij patiënten bij wie niet-operatieve behandelingen (zie artrose) niet meer helpen eerst naar de mogelijkheden van gewrichtssparende operaties, zoals:

  • Het corrigeren van standsafwijkingen van het been (zoals X- of O-benen). Als de artrose maar aan een kant van het kniegewricht voorkomt, kan correctie van een afwijkende stand de pijn flink verminderen. Plaatsing van een knieprothese is dan niet meer nodig of kan vele jaren worden uitgesteld. 
  • In sommige gevallen is het herstellen van een meniscusletsel zinvol
  • Gewricht-distractie. Bij gewrichts-distractie wordt  de botten van de knie gedurende zes weken een klein beetje uit elkaar getrokken. Hierdoor krijgt  het kraakbeen in het gewricht rust en kan zich nieuw weefsel vormen op de gewrichtsoppervlakken. Bij veel patiënten verbeteren de klachten hierdoor flink, zodat een prothese (nog) niet nodig is. (Zeven van de tien patiënten (70%) hebben in de vijf jaar na deze behandeling geen prothese nodig).
Sluit de enquête